ELLA,
JIM en HANS
'Jim, hou me vast' zei Ella. Jim sloeg zijn armen om haar heen. Hij wist wat zij overdag had meegemaakt. Ze stonden in een hoek van hun huiskamer. 'Niet stevig genoeg' zei Ella. 'Zo dan?' vroeg Jim. 'Steviger' gaf Ella aan. 'Ik druk je bijna plat' zei Jim. 'Druk me plat' zei Ella. Het verbaasde Jim dat ze meer op kracht uit was dan op tederheid. Toch gaf hij haar een kus op het voorhoofd. 'Niet kussen, vasthouden' zei Ella streng. Ella zocht vergetelheid in deze lange innige omstrengeling. Ze wilde de gebeurtenissen van overdag vergeten en niet denken aan morgen. Toch kon ze de schuldvraag niet van zich afschudden. Ook Jim slaagde er niet in volledig op te gaan in de omhelzing. Het speet hem dat hij zo op de taxi moest; het leek dwaas kriskras door de stad te rijden in een nacht waarin Ella hem goed kon gebruiken. Ella dacht aan de onbeschofte kinderen, de slome leraren biologie, Hans met de slordige uitnodigingen en de directeur met al z'n meegaandheid. Zij waren allen medeschuldig meende Ella. Ze vond dit een dragelijke gedachte. Ella liet Jim langzaam los. Pas nu merkte Jim dat hij tijdens de omklemming niet eens voluit had kunnen ademen. 'Dit is beter dan een potje janken, tenminste voor mij wel' verbrak Ella de stilte. 'Je krijgt er anders wel spierpijn van' vond Jim. 'Arme jongen' zei Ella. Jim ging naar de taxi en vervoerde die nacht z'n klanten van hot naar her. Ella ging naar bed en droomde over een achtervolging; ze werd nagezeten door boze burgemeesters en gehalveerde herten.
De ochtend voor die nacht 8.00 uur Thuis lag Jim op één oor. In het museum leidden Ella en Hans de directeur rond. Ella was conservatrice van het museum voor natuur en biologie, Hans was erkend gewetensbezwaarde in dienst van het museum en de directeur was hun baas. Het drietal had een speciale tentoonstelling opgezet ter gelegenheid van het dertig-jarig bestaan. Ella en Hans hadden het leeuwendeel van het werk gedaan en toonden nu het eindresultaat. Zij vertelde over de opzet, de directeur luisterde en Hans hing zoals gewoonlijk aan haar lippen. Het was de bedoeling dat het publiek een soort boswandeling voltooide. Smalle paadjes leidden langs open plekken in het bos en vitrines met gesproken commentaar. Om het saaie interieur van het museum te verlevendigen had Ella tonnen potgrond aan laten rukken. Verder tientallen struiken en heesters en een kilometer kunstgras. Er waren ook bomen, maar die waren geschilderd. Bij het museum voor de jacht had ze een grote collectie opgezette dieren geleend, variërend van muizen en ratten tot wilde zwijnen en herten. Er was een speciale plek voor de mammoet-botten uit eigen collectie. Ella hield het meest van de kleine dieren. Ze wees de directeur op het konijn dat tussen de struiken een veldje overzag, op de eekhoorn die bijna onzichtbaar in een geschilderde beuk zat, op de haas die met zijn oren plat in een kuil in het kunstgras lag. Tijdens de rondleiding knikte en bromde de directeur steeds instemmend. Hij was van het meegaande soort. In stilte verweet Ella de directeur dat hij Hans te weinig werk gaf. Dat veroorzaakte overlast: In de voorbereidingsweken zat Hans haar steeds op de hielen, zonder dat de werkzaamheden dat vereisten. Soms vond Ella het wel aandoenlijk maar meestal ergerde ze zich: 'Ga wat doen!'. 'Plak niet als een stuk kauwgom aan me vast'. 'Je bent m'n hond niet'. 'Hoepel op'. Die uitdrukkingen hielpen maar tijdelijk. De dag erop schaduwde hij haar meestal weer. Op sommige momenten was Ella ervan overtuigd dat gebrek aan werk hem zo kleverig maakte, op andere momenten weet ze het aan zijn natuur. 'Hier is het laatste veldje' legde Ella uit 'gedomesticeerde dieren'. Er was een schaap te zien, een geit en een geschilderde koe. 'Het lijkt me dat de meeste kinderen die beesten wel kennen' zei de directeur kritisch voor zijn doen. 'U moet niet vergeten, het zijn stadskinderen' zei Hans. Dat was imitatie. De vorige dag had Ella in een kleine rondleiding hetzelfde gezegd. 'Nou ja. In Moskou hebben ze een gewone hond in de dierentuin zitten. Ik vind het best zo' sprak de directeur. Hij vervolgde: 'Over de hele linie genomen goed werk Ella'. 'En Hans' vulde Ella aan. 'En Hans' zei de directeur. Hans kneep Ella even in de arm. Ze wist eigenlijk niet wat dat te betekenen had. De directeur keek op zijn horloge. Hij wilde weg. Ella herinnerde hem aan de speech van morgen. Hij knikte en vertrok naar een vergadering met de wethouder. Er was nog wat werk in het voorportaal. Hans rolde het kassahokje naar een andere zaal. Ella stond op een trapje slingers op te hangen. Hij haalde uit het kantoortje wat posters op die hij aan de muren plakte. Zij belde met de catering. In afwachting van de eerste jeugdige bezoekers dronken ze staand een kopje koffie in het feestelijke voorportaal.
11.00 uur Jim was net wakker. Hij stond op het punt op te staan. In het museum zat Hans naast Ella op een tafel. Ella zwaaide wat met haar benen. Uit verveling deed ze de zoveelste uitval naar de kaasblokjes. Kauwend nam ze haar positie naast Hans weer in. 'Die blokjes zijn voor de kinderen dunkt me' zei de mevrouw van de catering. Ze had zich steeds al aan de uitvallen van Ella geërgerd. 'Ziet u kinderen?' vroeg Ella 'ik niet'. 'Nee, maar misschien ligt dat wel aan de organisatie van het geheel' zei de mevrouw. 'Ja, we zouden het dringend over de organisatie moeten hebben, maar niet met de eerste de beste mevrouw van de catering, hè Hans?' repliceerde Ella. 'Nee' zei Hans zacht. Hij had het gevoel dat hij hier tussen twee vuren zat. De mevrouw van de catering controleerde nog maar eens de temperatuur van de koffie en thee. Ze beheerde twee kraampjes, één met warme en koude drankjes en één met een onafzienbare hoeveelheid kaasblokjes met vlaggetjes. Het lange wachten had haar prikkelbaar gemaakt. Ze had zich voorbereid op een horde kinderen, maar er was nog geen schoolklas die de weg naar het museum had weten te vinden. Hans had ook lang gewacht maar hij was niet prikkelbaar. Blijkbaar was er 's ochtends weinig animo voor museumbezoek, zo redeneerde hij. Hij verwachtte dat ze 's middags de schade wel in zouden halen. Eigenlijk verontrustte Ella's stemming hem nog het meest. Het humeur van Ella was inderdaad slecht. Ze was bang voor een gigantisch overschot van hapjes en drankjes en ze vond de mevrouw van de catering een trut maar dat was niet het ergste. Ze concludeerde dat de publiciteit niet gewerkt had. Ze vreesde gezichtsverlies als zometeen de fotografen kwamen. Ze dacht terug aan al het werk dat ze tevergeefs in de tentoonstelling gestoken had. Haar sombere overpeinzingen werden onderbroken door het openzwaaien van de deur. Het was Jim die een kijkje kwam nemen. 'Hoe loopt het?' vroeg hij. 'Niet' zei Ella. 'Ik had al zo'n voorgevoel toen ik binnenkwam. Het was erg stil bij de voordeur' zei Jim. 'Klopt' zei de mevrouw van de catering. 'Ha, kaasblokjes!' riep Jim. Hij pakte er twee. 'Heeft u koffie?' De mevrouw schonk zuinig kijkend een kopje in. 'Suiker en melk moet u er zelf indoen' zei ze met dezelfde bedenkelijke blik. Jim had z'n koffie in een paar slokken op. 'Zo Ella, leid me nu maar rond' zei hij. Hier had Ella zich op verheugd maar nu het zo ver was had ze er weinig zin meer in. De tentoonstelling was immers bedoeld voor schoolkinderen en niet voor Jim, zo redeneerde ze nu. Toch troonde ze Jim mee naar de omgetoverde ruimten. Hans wilde natuurlijk mee, maar Ella gebaarde hem hen alleen te laten. Jim vond de metamorfose van het museum ongelooflijk. Hij stak zijn bewondering niet onder stoelen of banken. Dat beurde Ella een beetje op. Ze hoopte vurig dat de opening voor notabelen, die morgen plaats zou vinden, wel een succes zou worden. 'Toch wil het er bij mij niet in dat geen enkele school op de uitnodiging is ingegaan' zei Ella. 'Is er misschien iets fout gegaan met de uitnodigingen?' vroeg Jim 'Zijn ze wel gepost bijvoorbeeld?' 'Ze zijn gepost en aangekomen. Ik heb persoonlijk een paar scholen gebeld ter controle' zei Ella. 'Maar stond er dan iets verkeerds op?' vroeg Jim. 'Ik geloof van niet, maar de tekst en zo, dat was Hans' terrein'. 'Nou, voel onze gewetensbezwaarde maar eens aan de tand. Het zou mij niets verbazen als hij de verkeerde datum erop gezet heeft' 'Nee, zo'n blunder, da's niks voor Hans. Hoop ik' zei Ella.
15.00 uur Jim las thuis de krant. In het museum waren er nog steeds geen bezoekers geweest, alleen een verslaggever van een lokale krant. Er hing een hangerig sfeertje. Ella had Hans gevraagd de datum op de uitnodigingen te controleren. Die was correct. Om van hem af te zijn had ze hem naar de zolder gestuurd om de tijdelijk opgeslagen vitrines te inventariseren. De mevrouw van de catering had de eerste kannen met koffie door de WC gespoeld. Hans was weer terug van zijn missie op zolder. In het kantoortje ging de telefoon. Hans nam op. 'Ella, het is voor jou' riep Hans 'de directeur'. 'Met Ella' 'Ja, dit is Peter. Hoe gaat het? Is het druk?' 'Nee, helemaal niet' zei Ella. 'Hoeveel hebben jullie er gehad, tweehonderd, driehonderd?' vroeg de directeur. 'Nee, minder' zei Ella 'nul om eerlijk te zijn'. 'Nul??' vroeg de directeur. 'Ja Peter, je hoort het goed' zei Ella. 'Dat is sterk' zei de directeur 'Pieken en dalen in bezoekersaantallen heb je altijd, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt' 'Nee' zei Ella. 'Misschien ligt het aan de uitnodigingen' zei de directeur. 'Dat dacht Jim ook al' zei Ella. 'Wie?' vroeg de directeur. 'O, Jim, m'n vriend. Die was vanochtend even hier'. 'Dan heb je dus toch één bezoeker gehad, Ella' zei de directeur ironisch. Hij vervolgde: 'Maar alle gekheid op een stokje; de praktijk leert dat dalen altijd gevolgd worden door pieken, dus bereid je maar voor op wat meer drukte. En controleer voor de zekerheid die uitnodigingen nog eens' sprak de directeur. 'De datum was correct' zei Ella. 'Da's tenminste al iets. Tot morgen' de directeur hing op. Hans kwam het kantoortje binnen. 'Ella kan ik je even spreken?' Hij frummelde aan zijn haar. 'Ik heb toch niets anders te doen, zeg het maar' antwoordde Ella. 'Ik heb nog eens naar die uitnodigingen gekeken' zei hij aarzelend. 'Ja, en ?' vroeg Ella. 'Nou, er is kans dat ik een klein foutje gemaakt heb' hij oogde zenuwachtiger dan anders. 'Namelijk?' vroeg Ella. 'Waarschijnlijk heb ik alleen maar uitnodigingen voor half vier gekopieerd en verstuurd' zei Hans zacht 'Je hebt wat??' vroeg Ella die haar oren nauwelijks kon geloven. 'Waarschijnlijk heb ik alleen maar uitnodigingen voor half vier gekopieerd en verstuurd' herhaalde Hans. 'Ook naar de scholen die we 's ochtends gepland hadden?' vroeg Ella. 'Ja' zei Hans. 'Als ik het goed begrijp zijn alle scholen uit heel de stad precies om half vier uitgenodigd' zei Ella 'Jeetje' siste ze er achteraan. 'Zeg dat wel' zei Hans. 'We moeten als de bliksem scholen afbellen' zei Ella met een blik op haar horloge. Het was twintig over drie. 'Te laat, kan niet meer' zei Hans.
15.45 uur Jim en Ella woonden vlakbij het museum. Ze kwamen erlangs als ze naar de winkels gingen. Jim ging nietsvermoedend boodschappen doen. Bij het museum stuitte hij op een stuwmeer van scholieren. Ze versperden de doorgang naar de winkels. Het leek hem onwaarschijnlijk dat de menigte voor de tentonstelling kwam, maar een andere verklaring voor de drukte was er eigenlijk niet. Hij keek verwonderd naar de massa: brugklassen, lagere klassen, hogere klassen, eindexamenklassen; in totaal een paar honderd kinderen. Bij de lagere klassen staken de leraren biologie nog boven de massa uit, bij de hogere gingen ze erin op. Jim liet het boodschappen doen maar zitten. In het museum was het hangerige sfeertje verdwenen. De mevrouw van de catering kwam handen tekort. De scholieren stonden te dringen voor haar kraampjes. Het plateau met de kaasblokjes was al lang leeggeroofd en de koffie was bijna op. Ze had geen tijd een en ander bij te vullen. In de catering was het wel vaker hollen of stilstaan maar zoiets als dit was nieuw voor haar. Ella en Hans stonden in het feestelijke voorportaal. Ze installeerden een geluidsinstallatie. Het was hier zo mogelijk nog drukker dan bij de catering. Ella schatte dat er al zo'n tweehonderd scholieren binnen waren. Ze wist dat er buiten nog veel meer stonden. Het was haast angstaanjagend om te zien hoe de scholieren zich bij de voordeur naar binnen persten. Fotografen liepen met hun dure apparatuur boven het hoofd door de menigte. Er was een verslaggever die Ella naar het geheim van dit succes wilde vragen maar Ella gaf niet thuis; ze had het te druk. De microfoon deed het. Ella vroeg Hans naar de tentoonstellingsruimten te gaan om daar een oogje in het zeil te houden. Ze nam de microfoon ter hand en richtte zich tot de menigte buiten. Ze was uit haar doen maar liet het niet merken. 'Beste mensen' opende ze. De massa joelde. 'Bedankt voor jullie komst'. Ze pauzeerde even. 'Ik richt me nu tot de leraren'. Dat was fout. De scholieren zorgden voor een striemend fluitconcert. 'Dames en heren, er is een foutje gemaakt'. Ze was nauwelijks te horen boven het gefluit van de menigte uit. 'Dames en heren, er is een foutje gemaakt' herhaalde ze 'Daarom bent u allemaal tegelijkertijd uitgenodigd. Dat was niet de bedoeling'. Het fluiten hield aan. Ella viel even stil omdat ze Jim ontwaarde die zich een weg door de mensenmassa baande. Even dacht ze ouderwets: O Jim, red me, maar ze besefte al snel dat ze haar eigen boontjes moest doppen. Ze vervolgde: 'Ons museum kan deze toeloop niet aan. Neem uw klassen mee terug naar school of laat de kinderen naar huis gaan'. Het lawaai was zo sterk dat haar boodschap totaal niet over kwam. Ze herhaalde zo luid mogelijk: 'Ons museum kan deze toeloop niet aan. Neem uw klassen mee terug naar school of laat de kinderen naar huis gaan'. De menigte liet zich niet tegenhouden. Ze zag in dat haar poging gestrand was. 'Onze excuses' zei ze zacht in de microfoon. De verslaggever gebaarde z'n fotograaf foto's te nemen van de bijna ontredderde Ella en het scholieren-stuwmeer. Toch was ze niet verslagen. Jim arriveerde bij de voordeur. 'Jim, de voordeur moet dicht' zei ze. 'Da's wel heel drastisch' zei Jim' 'Er is geen keus' zei ze beslist. 'Hoe moeten de mensen die nu binnen zijn er weer uit?' vroeg hij. 'We gaan de nooduitgangen openzetten' zei ze 'maar eerst moet deze deur dicht'. Met hulp van wat scholieren lukte het de mensenstroom te keren en de deur dicht te krijgen. Ella blies uit met haar rug tegen de vergrendelde voordeur en zei:
'Ik heb ervoor geleerd mensen naar het museum te lokken, niet om ze tegen te houden. Maar wat vind je Jim, dat laatste gaat me ook niet slecht af, wel?' Jim kreeg geen tijd om te antwoorden. Hans kwam eraan. 'Ik kan het in m'n eentje niet aan' zei hij hijgend 'het zijn er teveel'. Hij had een verwilderde blik in z'n ogen. 'Rustig maar' zei Ella 'we zetten gewoon de nooduitgangen open'. 'Als we daarbij kunnen' zei Jim. 'Dat lukt wel' zei Ella 'maar ik ga eerst naar de omroepinstallatie in het kantoortje'. Jim en Hans drongen door tot de zaal met de catering. De twee kraampjes waren omver gelopen. De mevrouw van de catering zat verdwaasd achter de omgestoten planken. 'De mevrouw van de kaasblokjes' wees Jim. Ze bevrijdden haar. Ella's stem klonk: 'Beste mensen, bedankt voor jullie komst. Veel plezier bij de bezichtiging van onze tentoonstelling. Geachte leraren, de voordeur zit op slot. Neem a.u.b. uw leerlingen via de nooduitgangen mee naar buiten. Excuses voor het ongemak. Dank u'. Typisch de hoekige stijl van Ella dacht Jim. Plezier bij de bezichtiging dacht Hans, ze heeft geen idee van de situatie in de zalen. Het tweetal ging op pad naar de eerste nooduitgang. Die stond al open. De deur werd echter ook als ingang gebruikt. Teleurgestelde leerlingen uit de menigte buiten zagen hun kans schoon alsnog binnen te komen. Hans en Jim keken verbaasd naar het tweerichtingsverkeer. Ella voegde zich bij hun.
'Hans jij post bij deze deur. Zorg dat niemand van buitenaf binnenkomt' zei Ella. 'Goed' zei Hans die eigenlijk liever met Ella en Jim meegewild had. Hij durfde niet tegen de opdracht in te gaan omdat hij zich nog steeds schuldig voelde over de fout op de uitnodigingen. Jim en Ella trokken verder naar de volgende uitgang. Onderweg moesten ze vele tieners opzij duwen. Het publiek hield zich al lang niet meer aan de bospaadjes. Ze vertrapten en besmeurden het kunstgras. Het eerste open veldje, gewijd aan de "inheemse rovers" was volgelopen met kinderen. Sommigen stonden, anderen zaten. Vanaf het bospaadje was nog slechts een klein stukje van een opgezette vos zichtbaar. Ella wilde de leerlingen bestraffend toespreken maar Jim trok haar mee naar de nooduitgang. Door de deur drong een zoetige geur naar binnen. Buiten zat een groepje scholieren op het gras in de zon. Een joint ging van hand tot hand. 'Dit is niet toegestaan' zei Ella. 'Buiten wel' zei een van de scholieren onverstoorbaar. 'Het gras hoort ook bij het museum' zei ze. 'O, bent u van het museum mevrouw?' vroeg een ander. 'Ja' bevestigde ze. 'Te gekke dieren hoor, echt te gek' zei de hasjgebruiker. Het groepje lachte en rookte verder. Op dat moment kwam er een fotograaf naar buiten. Hij nam een foto van Ella en het blowende groepje en keerde zich snel om. Ella stoof achter hem aan want dit kwam de reputatie van het museum niet ten goede. Jim keerde ook maar terug in de mensenstroom. Hij trof de mevrouw van de catering.
'Ha, eindelijk tref ik iemand van het museum' zei de mevrouw. Dat was eigenlijk niet waar, maar Jim liet haar maar in de waan. 'Mag ik naar huis meneer? Ik kan toch niets meer doen zonder mijn kraampjes' zei ze. 'Ja, gaat u maar mevrouw. U moet wel de nooduitgang nemen want de voordeur zit dicht' zei Jim. 'Goed meneer, dankuwel meneer' zei de mevrouw. 'Graag gedaan' zei Jim. In de drukte was Ella de fotograaf kwijtgeraakt. Ze zag wel in dat in deze mensenmassa van een soort boswandeling of bezichtiging niets meer terecht kwam. Het verontrustte haar dat van een uittocht via de nooduitgangen nog helemaal geen sprake was. Ze vroeg zich af of de leraren nog wel enig gezag hadden. Eén ding stond vast, vond ze, de derde nooduitgang moest open. Daar trof ze Jim weer. Ze lichtten de grendel op en openden de deur. Dit werkte: een stroom leerlingen verliet het gebouw. Jim ging af op een merkwaardige stank. In een hoek van het gebouw had een stuk decordoek in brand gestaan. Bovendien zaten er grote schroeiplekken in het kunstgras. Een groepje scholieren speelde met aanstekers en liep met joints rond. Jim arriveerde gelijk met een lerares. 'Houd daar onmiddellijk mee op!' gebood ze haar leerlingen. 'Ja mevrouw' zei een leerling. Ze drukte haar joint uit in het kunstgras, wat opnieuw die merkwaardige stank opleverde. 'Hoe komen jullie aan die troep?' vroeg de lerares. 'Buiten bij de nooduitgang mevrouw' zei de leerling. Die plek kwam Jim bekend voor. 'Wordt er tegenwoordig ook al gedealed in onze musea?' vroeg de lerares zich hardop af. 'Ja mevrouw' zei de leerling. De lerares richtte zich tot Jim: 'U bent ook van het museum, niet?' 'Ja en nee' zei Jim onhandig. 'Ja of nee?' vroeg ze. 'Nee' zei Jim. 'Waar bemoeit u zich dan mee?' vroeg ze. 'U heeft gelijk mevrouw'. Hij draaide zich om. Ella was ondertussen afgegaan op lawaai uit de aangrenzende zaal. Het terrein van de gedomesticeerde dieren en het wild. De monotone lage tonen die ze hoorde kwamen uit een krachtige ghettoblaster. Bijna uitzinnige kinderen dansten om een mager jongetje in spijkerkleren, de kennelijke eigenaar van het stereo-apparaat. Een klasgenootje danste met de opgezette geit. 'Poten thuis' schreeuwde Ella, maar ze was niet te verstaan. Er stroomden nog steeds kinderen toe, aangelokt door de muziek. Ella moest toezien hoe het schaap bijna omver geduwd werd. In haar buurt gaf een wild jongetje een ander een fikse duw. Deze viel tegen het decordoek op de plaats waar de koe geschilderd was. De koe scheurde. Ze inspecteerde de scheur in het decordoek. Ze schrok. De scheur bood uitzicht op het aangrenzende open veldje. Een jongen sprong om de eekhoorn uit de geschilderde boom te plukken. Iemand vertrapte de haas in het kunstgras. Een ander richtte een brandblusapparaat op het everzwijn. Het dier zat onder het witte schuim. Een meisje swingde met het konijn op de arm. Een dikke scholier klom op het hert. De rug van het dier zakte langzaam door en brak doormidden. De helften van het hert staken omhoog. Het vulsel stak aan weerskanten uit de buik. Bij de nooduitgang betrapte Jim een meisje dat onder haar leren jasje een wezel probeerde te ontvreemden. 'Ik vond 'm zo lief meneer' zei ze. 'Dat zal wel' zei hij. 'Telefoon voor Ella Lipman' de stem van Hans door de omroepinstallatie. 'Telefoon voor Ella Lipman. De directeur.' Ella verliet het zaaltje der gedomesticeerde dieren. Ze vocht tegen de tranen. Er ging van alles door haar heen: het lot van de eekhoorn, de haas en het konijn was onzeker; het gehalveerde hert zou moeilijk te herstellen zijn; ze twijfelde eraan of de gescheurde koe netjes dichtgenaaid zou kunnen worden en dan was er nog de compromitterende foto. Eigenlijk was het hard nodig voor de officiële opening van morgen de schade te herstellen maar ze zag wel in dat dat onmogelijk was. Ze vorderde langzaam. Het was echter niet meer nodig scholieren opzij te duwen. Blijkbaar was het gebouw minder vol dan eerst. Ze arriveerde in het kantoortje waar Hans haar de telefoon aanreikte. 'Ella hier' zei ze. 'Met Peter' zei de directeur 'is het nog steeds zo stil daar?' 'Nee, dat niet' zei ze. 'Ah mooi, het is een succes dus' zei hij. 'Nou, succes' zei ze aarzelend. 'Je hebt de doelgroep bereikt, da's toch mooi?' zei hij. 'Je begrijpt het niet Peter' zei ze. 'Leg me dan's uit' zei hij. 'Door de drukte zijn er dingen beschadigd: het decordoek, het kunstgras, de dieren' zei ze. 'Toch niet ernstig, hoop ik?' zei hij. 'Ik kan nog niet overzien hoe ernstig' zei ze. 'Morgen komen de burgemeester, de wethouder, lui van de provincie, collega's van me uit het land. Ik wil niet afgaan Ella' zei hij dreigend. 'Nee, wie wel?' zei ze boos. 'Achteraf was het toch niet zo'n goed idee van je om eerst de doelgroep te laten komen en pas later de notabelen'. 'En daar kom je nu mee?' vroeg ze. 'Zorg nu maar dat alles mooi opgeruimd wordt voor de officiële opening van morgen' zei hij. 'Ik doe wat ik kan' zei ze. 'Ja' zei hij en hing op. Ella smeet ontstemd de hoorn op de haak. Jim kwam binnen met het nieuws dat hij bij de uitgang mammoetbotten had moeten inzamelen. Ella zuchtte. 'Ella je moet de politie inschakelen om de laatste scholieren uit het gebouw te krijgen' drong Jim aan. 'Oké' zei Ella. Een uur eerder zou ze zich nog tegen dit idee verzet hebben. 'En jullie moeten naar een tuincentrum gaan en veertig rollen kunstgras kopen' zei ze tegen Hans en Jim. 'Zal ik niet liever bij jou blijven' vroeg Hans. 'Alsjeblieft niet' zei Ella. Ze had behoefte om alleen te zijn. Jim en Hans verlieten het museum via de voordeur. De morrende menigte was opgelost. Ella belde met de politie. Ze informeerden naar de problemen en de schade. 'U belt wel wat laat mevrouw' zeiden ze.
'Misschien wel' zei ze vermoeid. 'We nemen ook iemand van de brandweer mee' zeiden ze. 'Toe maar' zei ze. In één van de middelste zalen nam ze plaats op een stoel. Her en der stonden nog groepjes kletsende scholieren. Ze moest wachten op de komst van de politie, de brandweer en de schoonmaakploeg. Ze geloofde eigenlijk niet dat het gehalveerde hert, het schuimende zwijn en de gescheurde koe voor morgen nog te redden zouden zijn. De officiële opening zou waarschijnlijk uitdraaien op een nieuwe ramp. Er kwam een meisje van ongeveer zestien op haar af. 'Bent u van het museum?' vroeg ze. 'Ja' zei Ella. 'Heeft u al die decors en die dieren neergezet' vroeg het meisje. 'Ja' zei Ella. 'Mooi gedaan' zei het meisje. 'Dank je' zei Ella met een glimlach en ze vervolgde; 'Het is alleen een beetje een troep, vind je niet?' 'Ja, dat wel' zei het meisje. Ze draaide zich om en liep terug naar haar vrienden
|